In dit draaiboek wordt onderscheid gemaakt tussen communicatie en participatie. Onder communicatie wordt verstaan het overbrengen van informatie aan en ontvangen van bewoners. Participatie gaat een stap verder. In het geval van participatie, geef je bewoners de ruimte mee te denken en mee te beslissen over bepaalde onderdelen van de Nul op de Meter renovatie. Per project en per type bewoner kan het sterk verschillen welke middelen het beste aansluiten op de communicatie- en participatiedoelstellingen.
Stroomversnelling hanteert een aantal uitgangspunten waar je rekening mee moet houden in de communicatie met bewoners. Je hebt bewoners op verschillende manieren nodig bij de realisatie van de Nul op de Meter woningen:
Richt je in je communicatie op de aspecten van een renovatie en/of maatregelen die bewoners echt willen. Benadruk de positieve elementen van een Nul op de Meter verbouwing, niet de duurzaamheidsaspecten. Zet in op woongenot en betaalbaarheid. Dat het huis straks energieneutraal is, is mooi meegenomen maar vaak geen reden voor mensen om JA te zeggen tegen de Nul op de Meter renovatie. Denk aan de volgende boodschappen:
Let op met de term Nul op de Meter. Communiceer dit niet naar bewoners. Verschillende projecten hebben de ervaring opgedaan dat dit verwarrend werkt en verkeerde verwachtingen schept. Niemand zal uiteindelijk écht Nul op de Meter uitkomen!
Maak gebruik van een gelaagde communicatiestrategie:
Maak verder gebruik van een over-de-bandtactiek: vraag enthousiaste bewoners als ambassadeur voor het project. Pas dit gefaseerd toe vanaf de prototypefase.
Je kan eventueel de communicatie binnen het project opdelen in twee fasen: 1) de start tot en met de draagvlakmeting en 2) de voorbereiding van de werkzaamheden tot en met de nazorg. De eerste fase wordt dan dus afgesloten nadat duidelijk is of voldoende bewoners instemmen met het renovatieplan. Deze knip in je communicatieplan kan handig zijn, omdat tijdens de eerste fase misschien nog niet duidelijk is welke bouwer aan de slag gaat en elke bouwer heeft zijn eigen manier van communiceren. Daarnaast kun je de eerste fase ook gebruiken om samen met bewoners en andere samenwerkingspartners na te denken welke communicatie- en participatiemiddelen het beste ingezet kunnen worden in de tweede fase. Stem vanaf het begin af aan goed met elkaar af wat de rolverdeling is. Maak een lijstje met wie wat doet, zodat er geen onduidelijkheden over kunnen ontstaan.
De middelen die je inzet binnen je project zijn afhankelijk van de boodschap, de doelstelling, de doelgroep, het type bewoner, de relatie die een corporatie of bouwer heeft met bewoners, de grootte van het project, de projectorganisatie en de strategie die je kiest binnen je project. Het is goed om verschillende middelen in te zetten om je doelstelling te behalen. Jongere mensen hebben het druk en willen op de momenten dat het hen uitkomt informatie opdoen en/of meedenken over het project. Zij kunnen over het algemeen prima opschieten met digitale middelen. Oudere mensen houden van een persoonlijke benadering, hebben het liefst face-to-face contact en lezen graag alles rustig terug op papier. Over het algemeen zal je dus rekening moeten houden met beide doelgroepen. Zorg daarom voor een goede mix van communicatie- en participatiemiddelen.
Communicatiemiddelen:
Participatiemiddelen